Ruim 92 procent van de gebruikers van een e-sigaret is dit gaan doen om te stoppen met roken. Dat blijkt uit een grootschalige enquête van ACVODA en de Esigbond, die door meer dan duizend dampers ingevuld. Uit het onderzoek blijkt ook dat 96 procent van de dampers hiervoor tabak rookte. De resultaten en bevindingen zijn inmiddels voorgelegd aan de leden van de Tweede Kamer.
De enquête is uitgevoerd in het kader van de Smaaknoodzaak-campagne, opgestart door de twee organisaties om aandacht te vragen voor de negatieve gevolgen bij de invoering van een smaakverbod voor e-sigaretten. Uit de definitieve resultaten blijkt dat ruim een op de vijf vreest voor een terugval naar de gewone sigaret. Zorgwekkend is verder dat 15 procent aangeeft bij een verbod zelf de vloeistoffen te willen mengen, tien procent geeft aan de zwarte markt op te gaan. Doordat het toezicht en de kwaliteitsgarantie hiermee verdwijnt betekent dit een potentieel gezondheidsrisico.
Volgens de initiatiefnemers van het onderzoek wordt ook de opzet van het verbod door de enquête weersproken. “Staatssecretaris Blokhuis wil alle smaken verbieden, behalve de tabaksmaken,” aldus ACVOD-voorzitter Sander Aspers. “Uit het onderzoek blijkt dat slechts dertien procent van de dampers de voorkeur geeft aan deze variant, terwijl de overige zevenentachtig procent liever andere smaken gebruikt, zoals fruit en snoep. En vergeet niet: de ondervraagden zijn vrijwel allemaal oud-rokers. Een duidelijk bewijs dat dampers juist een product willen dat niet naar tabak smaakt.”
Aan het onderzoek deden in totaal 1048 dampers mee, met een gemiddelde leeftijd van 43 jaar. De jongste deelnemer was 18 jaar, de oudste 80. “De grootte en de diversiteit van de deelnemers geeft een representatief beeld van de dampers in Nederland,” stelt Esigbond-voorzitter Emil ’t Hart. “Een beeld dat in mijn ogen heel duidelijk is. De damper is een ex-roker die is gaan dampen om te stoppen, en dat doet met behulp van smaakjes. Het afpakken van die mogelijkheid levert in mijn ogen onnodige gezondheidsrisico’s op. Dat moet niemand willen.”